Het baanvlak van een planeet (het vlak waarin de baan van de planeet zich bevindt) snijdt het vlak van de aardbaan (de ecliptica) volgens een lijn die door de Zon gaat, de knopenlijn. Op deze lijn, en aan weerszijden van de Zon, bevinden zich de twee knopen. Het zijn de twee snijpunten van de baan van de planeet met de ecliptica. In de klimmende knoop loopt de planeet van zuid naar noord door het eclipticavlak, in de dalende knoop gaat zij van noord naar zuid.
Ook de baan van de Maan rond de Aarde heeft twee knopen. De knopenlijn van de maanbaan heeft geen vaste stand in de ruimte, maar draait in retrograde zin eenmaal rond in 18.6 jaar. Een zons- of maansverduistering kan enkel optreden wanneer de Maan, op het moment van de Nieuwe resp. Volle Maan, zich in de nabijheid van een van haar knopen bevindt.