Bij de berekening van de tijdstippen van opkomst en ondergang van een hemellichaam moet met volgende factoren rekening worden gehouden:
(1) de atmosferische refractie, waardoor een hemellichaam hoger lijkt te zijn dan het in werkelijkheid is. Doorgaans wordt voor de refractie aan de horizon de waarde 0°34′ gebruikt;
(2) in het geval van de Zon of de Maan, de afmeting van de zonne- of maanschijf. Men berekent immers de tijdstippen van de opkomst van de bovenrand van de schijf, niet van zijn middelpunt;
(3) de parallax. Deze is zeer klein in het geval van de Zon of een planeet, maar bedraagt ongeveer 1° in het geval van de Maan. Aan de horizon staat de Maan ongeveer 1° lager dan zij zou zijn indien haar parallax nul was.
Op het moment waarop de bovenste rand van de Zon schijnbaar opkomt of ondergaat, bevindt het middelpunt van de Zon zich in werkelijkheid ongeveer 0°50′ onder de horizon: 34′ veroorzaakt door de refractie, en ongeveer 16′ voor de halve middellijn van de zonneschijf. Beide effecten maken de ‘dagen’ het gehele jaar door iets langer dan ze anders zouden zijn. Dit is ook de reden waarom op de dag van de equinox (20 of 21 maart, en 22 of 23 september) de Zon iets langer dan 12 uur boven de horizon staat, terwijl dit dan theoretisch precies 12 uur zou moeten zijn (nachtevening!). Voor de geografische breedte van Ukkel is de tijdspanne tussen schijnbare zonsopkomst en -ondergang precies 12 uur op 18 maart en op 25 september.
Bij de solstitia komt een andere merkwaardigheid voor. Te Ukkel gebeurt de vroegste zonsondergang reeds op 12 december. Intussen korten de dagen ’s morgens nog, en de meest late zonsopkomst gebeurt pas op 31 december. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat in de tweede helft van december de tijdvereffening snel afneemt, waardoor de meridiaandoorgang van de Zon dag na dag bijna een halve minuut later plaatsvindt (bijvoorbeeld te Ukkel: om 11h 37m UT op 14 december, om 11h 44m UT op 28 december). Indien de Zon elke dag precies op hetzelfde tijdstip (UT) door het zuiden ging, zouden de meest late zonsopkomst en de vroegste zonsondergang beide op de kortste dag van het jaar plaatsvinden, dus op 21 of 22 december.
Iets dergelijks gebeurt nabij het zomersolstitium. Te Ukkel: vroegste zonsopkomst op 17 juni, meest late zonsondergang op 25 juni.
Het geval van de Maan
Op sommige datums komt de Maan wel op, maar gaat zij niet op dezelfde dag onder. Ook het omgekeerde komt voor. Dit is eenvoudig te verklaren. Immers, tussen twee opeenvolgende opkomsten van de Maan verlopen iets meer dan 24 uur. Wanneer de Maan te Ukkel bijvoorbeeld op 1 september 2021 te 23h 12m UT opkomt, dus korte tijd vóór het begin van 2 september, zal zij pas na het begin van 3 september weer opkomen, en wel te 0h 09m. Op 2 september 1999 komt de Maan te Ukkel dus niet op.