Tijd

De Zon trekt in de loop van het jaar niet op hetzelfde tijdstip van de dag door het zuiden. Bijvoorbeeld te Ukkel in 2021:

op 1 januari om 11h 46m UT
op 1 maart om 11h 55m
op 1 mei om 11h 40m
op 1 juli om 11h 46m
op 1 september om 11h 42m
op 1 november om 11h 26m

Het zou dus erg onhandig zijn, zowel voor wetenschappelijk werk als voor het dagelijks leven, indien we onze klokken op de ware Zon zouden baseren. Daarom werd een middelbare Zon ingevoerd. De tijd gebaseerd op de middelbare Zon heet middelbare tijd.

De middelbare tijd verschilt echter van plaats tot plaats (van de ene geografische lengte tot een andere). Bijvoorbeeld, de plaatselijke tijd (gebaseerd op de plaatselijke meridiaan) van Hasselt loopt 10 minuten voor op die van Oostende. Omdat ook dit voor het dagelijkse leven niet praktisch zou zijn, werd gekozen voor een tijd gebaseerd op een standaard meridiaan, deze van Greenwich in Engeland.

Wanneer te Greenwich de middelbare Zon door de zuidelijke meridiaan trekt, is het 12 uur burgerlijke tijd van Greenwich. De burgerlijke tijd van Greenwich wordt ook West-Europese tijd genoemd, Wereldtijd, of Universal Time (UT).

Sinds jaren gebruiken we, in België en in de naburige landen, de Midden-Europese tijd (MET) die 1 uur op de Wereldtijd vooruitloopt. Deze MET werd destijds als “zomertijd” tijdens de zomermaanden gebruikt. Vandaag gebruiken we tijdens de zomermaanden de Oost-Europese tijd (UT + 2h). Wat we nu “zomertijd” noemen is dus eigenlijk een dubbele zomertijd, omdat de MET al 1 uur op de normale, wettelijke tijd van België vooruitloopt.

De Wereldtijd (UT) is gebaseerd op de rotatie van de Aarde. Omdat deze rotatie vertraagt, vormt de UT geen uniforme tijdschaal. De uniforme, eenparig verlopende, tijdschaal die de astronomen thans gebruiken is de Dynamische Tijd (TD), die op atoomklokken is gebaseerd. Het verschil TD-UT, gewoonlijk aangeduid door ΔT (Delta T), neemt langzaam met de tijd toe; omdat de vertraging van de rotatie van de Aarde op onregelmatige wijze gebeurt, neemt ook ΔT onregelmatig toe. Daarom kan ΔT ook niet voor toekomstige jaren berekend worden. Voor enkele jaren in de toekomst kunnen we enkel de waarden van de laatste jaren “op intelligente wijze” extrapoleren. De kennis van ΔT is nodig voor het berekenen van astronomische verschijnselen, zoals de plaatselijke omstandigheden van zonsverduisteringen en sterbedekkingen. De actuele waarde vindt je in het artikel over Delta T. Hier de waarde van ΔT voor enkele jaren:

in 1950: 29 seconden
in 1960: 33 seconden
in 1970: 41 seconden
in 1980: 51 seconden
in 1990: 57 seconden
in 2000: 64 seconden
in 2022: 69.5 seconden (geëxtrapoleerde waarde)