Een hoek die aan de hemelbol de richting aanduidt van een punt ten opzichte van een ander punt. Meestal gaat het om punten die dicht bij elkaar aan de hemelbol staan. Positiehoeken worden geteld van 0° tot 360° vanaf de richting van de noordelijke hemelpool, in de zin noord-oost-zuid-west (tegenwijzerszin).
Positiehoeken worden onder andere gebruikt bij dubbelsterren en sterbedekkingen, of om de oriëntatie aan te geven van de verlichte maanrand of van de rotatie-as van een planeet. In deze laatste gevallen is het referentiepunt het middelpunt van de maanschijf of van het planeetschijfje.
De linker tekening toont hoe de positiehoek van component B van een dubbelster ten opzichte van de hoofdster A gedefinieerd wordt. De middelste tekening illustreert de positiehoek van het midden van de verlichte maanrand. De tekening rechts illustreert de positiehoek van het noordelijk uiteinde van de rotatie-as van een planeet.
Voor sterbedekkingen: → Cusp Angle