De uitdrukking “Volle Maan” heeft eigenlijk twee (aanverwante) betekenissen.
Strikt genomen is het Volle Maan wanneer de geocentrische lengten van Zon en Maan, langs de ecliptica gemeten, met precies 180 graden verschillen (zie maanfasen). Volgens deze astronomische definitie “duurt” de Volle Maan slechts één ogenblik. Eén minuut, ja zelfs één seconde na het moment van de oppositie van Zon en Maan is het al geen “Volle” Maan meer.
Maar als Volle Maan verstaat men vaak de periode rond dat oppositietijdstip, bijvoorbeeld wanneer een waarnemer zegt dat hij bij de observatie van een komeet gestoord werd door het licht van de Volle Maan, ook al gebeurde dit een of twee dagen vóór of na het precieze, astronomische tijdstip van de Volle Maan.