De bedekking van een ster door de Maan, een planeet of een klein zonnestelsellichaam (planetoïde, dwergplaneet, planetenmaan, komeet).
Sterbedekkingen door de Maan zijn nog altijd een populair waarnemingsonderwerp. Linker tekening: Bij wassende Maan (tussen Nieuwe Maan en de daaropvolgende Volle Maan) verdwijnen sterren aan de donkere maanrand (1); zij komen aan de verlichte rand weer te voorschijn (2). Na Volle Maan is het andersom; zie de middelste tekening. Vóór de Volle Maan zijn de wederverschijningen dus zeer moeilijk waarneembaar, omdat ze aan de verlichte rand plaatsvinden. Uitzonderingen op deze regel zijn sommige rakende bedekkingen, of bedekkingen van zeer korte duur; deze hebben steeds plaats nabij een der uiteinden van de terminator, de lichtgrens op de maanschijf; zie de rechter tekening.
De plaats aan de maanrand waar een ster verdwijnt of weer te voorschijn komt, wordt aangegeven door de positiehoek en door de cusp angle.